Verzorgen procedures in het kader van het uitvoeren van bodemsaneringen
Met de huidige wet- en regelgeving wordt in veel situaties, zelfs bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging, niet een verplichting tot het uitvoeren van een bodemsanering opgelegd. Of een sanering al dan niet spoedeisend is, wordt onder meer bepaald door het uitvoeren van een zogenaamde risicobeoordeling. Of een geval van ernstige bodemverontreiniging al dan niet op korte termijn gesaneerd moet worden, omdat het mogelijk spoedeisend is, wordt mede bepaald aan de hand van de risico’s die deze verontreinigingen hebben ten aanzien van de mens en/of het ecosysteem. Wanneer uit de risicobeoordeling volgt dat een sanering als niet-spoedeisende wordt beschouwd, zal bij gelijkblijvend gebruik en/of inrichting van de locatie geen saneringsverplichting worden opgelegd.
Wanneer wordt Bodemvisie ingeschakeld?
Bodemvisie wordt vaak in voortrajecten en bouwteams betrokken om, in het traject van planvormingen, advies te leveren om tot een terreininrichting te komen waarbij saneringskosten zoveel mogelijk worden beperkt. Bijvoorbeeld wanneer graafwerkzaamheden ter plaatse van een geval waar ernstige bodemverontreiniging gepleegd moeten worden, zijn in veel gevallen sanerende maatregelen noodzakelijk. Hierbij kan gedacht worden aan locatieontwikkeling, nieuwbouw of een wijziging van gebruiksbestemming. Ook wanneer een saneringsnoodzaak bestaat, betekent dit in de meeste gevallen niet dat een verontreiniging geheel verwijderd moet worden. Bij bijvoorbeeld moeilijk verspreidbare verontreinigingen (immobiel), zoals zware metalen, biedt het huidige beleid de ruimte om deze bijvoorbeeld af te dekken met een verhardingslaag of een zogenaamde leeflaagconstructie. Bodemvisie kan in veel van dit soort gevallen de saneringskosten door ‘maatwerk’ beperken.
Verschillende soorten saneringsplannen
Voordat een bodemsanering tot uitvoer mag komen, dient een goedkeuring van het bevoegde gezag te worden verkregen. In de meeste gevallen treedt een provincie op als bevoegd gezag, maar ook enkele grote gemeenten hebben deze bevoegdheid. In de meeste situaties kan bij het doorlopen van de saneringsprocedure worden volstaan met een ‘vereenvoudigde procedure’. Dit betreft dan een melding volgens het Besluit Uniforme Saneringen (BUS). Bij het doorlopen van deze BUS-procedure kan veelal vijf weken na het indienen van de melding met de sanering worden gestart. In gevallen waarbij sprake is van een zogenaamde ‘tijdelijke uitplaatsing’ kan al na vijf werkdagen met de werkzaamheden worden gestart. Een voorbeeld hiervan is een rioleringswerkzaamheid. Deze situatie is vaak van toepassing op rioleringswerkzaamheden.
Voor gevallen van bodemsanering die niet binnen de regels van het BUS vallen, dient een zogenoemd saneringsplan te worden opgesteld. Dit betreft een ‘op maat’ geschreven plan en beschrijft onder meer de wijze van uitvoering, het te bereiken kwaliteitsniveau, de wijze waarop met de vrijgekomen verontreinigde grond moet worden omgegaan en op welke manier de juiste uitvoering tot stand moet komen. Ook dit plan dient ter goedkeuring bij het bevoegde gezag te worden ingediend. In veel gevallen wordt het bevoegde gezag reeds bij het opstellen van een saneringsplan betrokken. Deze samenwerking ‘versoepeld’ doorgaans het doorlopen van de saneringsprocedure.
Bodemvisie heeft ruime ervaring in het verzorgen van beide hiervoor beschreven procedures en wil u graag adviseren om tot een zo kosteneffectieve saneringsaanpak te komen.
DLP/KVP -er
Als er gewerkt wordt in of met verontreinigde grond, verontreinigd (grond)water en/of verontreinigde baggerspecie/waterbodem, dan gelden hier specifieke regels voor. Aan de hand van Wet- en regelgeving, CROW publicatie 400 en de hieraan ten grondslag liggende onderdelen uit het Arbobesluit en -beleidsregels, dient tijdens de uitvoering op het werk altijd een Deskundig Leidinggevende Projecten (DLP-er) aanwezig te zijn.
De DLP-er ziet toe op de naleving van regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en arbeidshygiëne en verricht lucht- en/of vochtmetingen conform de CROW Publicatie 400.
De DLP-er werkt onder de verantwoording van een Middelbaar Veiligheidskundige of Hoger Veiligheidskundige, afhankelijk van de veiligheidsklasse (T&F-klasse).
Bodemvisie beschikt over gecertificeerde DLP-ers met ruime ervaring in het werken in of met verontreinigde grond, verontreinigd (grond)water en/of verontreinigde baggerspecie / waterbodem. Deze beschikken eveneens over de toelating voor ‘werken aan het spoor’
Milieukundige begeleiding bij bodemsaneringen (BRL SIKB 6000)
Voor de meeste bodemsaneringen geldt, dat deze door een milieukundige begeleider geleid dienen te worden. Een milieukundig begeleider (MKB-er) ziet er op toe dat de sanering volgens de BUS-melding of het saneringsplan wordt uitgevoerd en dat alles goed verloopt. Bij Bodemvisie hebben we de beschikking over meerdere werknemers die als MKB-er te werk mogen gaan. Als het nodig is, verricht de MKB-er bemonsteringen om te verifiëren of het saneringsdoel is bereikt. Verder ziet de MKB-er toe op de juiste wijze van de afzet van verontreinigde grond en eventuele aanvoer van ‘schone’ aanvulgrond. Om als milieukundig begeleider te mogen optreden, dient het bedrijf en de MKB-er over de vereiste erkenning en certificering (BRL SIKB 6000) te beschikken. Uiteraard voldoet Bodemvisie aan beide eisen.
Na afloop dienen de uitgevoerde werkzaamheden en het behaalde saneringsresultaat in een zogenaamd evaluatieformulier (BUS-procedure) of evaluatierapport (saneringsplan-procedure) te worden vastgelegd. Ook met deze procedure heeft Bodemvisie ruime ervaring.